Wie was Bonifatius?

754: Bonifatius bij Dokkum vermoord. De moord op Bonifatius bij Dokkum op 5 juni 754 is een historisch feit dat zich in grote bekendheid mag verheugen. In het huidige geschiedenisonderwijs komt het drama bij Dokkum nog geregeld aan de orde. De moord vond, in 2004 precies 1250 jaar geleden, plaats en tijdens de festiviteiten toen werd de historische gebeurtenis op verschillende manieren vermeld en herdacht. 

Het jaartal 754 verdient zeker een plaats in de canon. De martelaarsdood van Bonifatius bracht destijds zo'n schok teweeg in het toenmalige Frankische rijk, dat er nadien veel meer aandacht, tijd en geld werd besteed aan de kerstening van heidenen. Bovendien biedt het jaartal een aanknopingspunt bij het nadenken over de rol van het latente Germaanse heidendom in ons christelijk geloof. Een thema waarover op dit moment in de kerken een discussie gaande is. Zaten er in dat heidendom waardevolle zaken die door de kerstening verloren zijn gegaan?

Een legende

Over het ontstaan van de bron zijn verschillende legenden in omloop. De ene vertelt van het paard van Bonifatius, dat met zijn been op de grond stampte, waarna het water uit een wel tevoorschijn kwam.Het verhaal uit de Latijnse levensbeschrijving van Willibald vertelt dat deze bron, waaruit zoet water welde, op wonderlijke wijze ontdekt werd tijdens het opwerpen van de terp kort na de moord. De prefect Abba, die namens de Frankische koning Pippijn de werkzaamheden leidde, reed met zijn gevolg om de heuvel heen. Het paard van één van hen zakte plotseling in de weke bodem weg; toen het met vereende krachten eruit getrokken was, welde zoet water op. 
Een andere legende luidt dat Bonifatius - op zoek naar zoet water - met zijn bisschopsstaf op de grond tikte en daar op dat moment een bron ontstond. De bron is eeuwenlang heel belangrijk geweest voor de watervoorziening van Dokkum; de bierbrouwerijen bijvoorbeeld profiteerden van het heldere en vooral schone water uit de Fontein (bron).

Opnieuw ontdekt

Van oudsher werd aan de bron ook geneeskrachtige werking toegeschreven. In 1990 kwam dit extra in de publiciteit toen een kind in het water werd gedompeld en daarna op niet verklaarbare wijze plotseling haar kinkhoest kwijt was. 

Sindsdien hebben heel veel mensen 'heil ervaren' en 'kracht geput' door met het water in aanraking te komen.Vanaf 1993 is de bron door een buizensysteem binnen de omheining van het Bonifatiuspark gebracht. 

Aan de kunstenaar F. Ram te Hogebeintum werd gevraagd, in en rond de "waadplek", de kracht van het water en de figuur Bonifatius uit te beelden. Hij deed dit door het aanbrengen van een zonnewijzer en een wereldbol. Ook is er toen een voorziening aangebracht om op eenvoudige manier bronwater te tappen.

Titus Brandsma

Eén van de grote ijveraars voor de Bonifatiuskapel, was de heilige pater Titus Brandsma O. Carm. Hij werd in 1881 geboren in Oegeklooster vlakbij Bolsward. Als geboren Fries had hij een grote liefde voor de bedevaartplaats Dokkum.Pater prof. dr. Titus Brandsma werd geboren op 23 februari 1881 te Oegeklooster nabij Bolsward, als telg van een oud Fries boerengeslacht en onder de naam Anno Sjoerd Brandsma. Op 11-jarige leeftijd vertrok hij naar een middelbare school van de paters Franciscanen in het Brabantse Megen.Hij voelde zich aangetrokken tot de orde der Carmelieten en trad daar in 1885 in. Hij nam daar zijn vaders naam "Titus" (de leerling van St. Paulus) aan en studeerde filosofie en theologie. Te Rome behaalde hij de doctorsgraad in de filosofie en vervolgens werd hij tot hoogleraar benoemd aan het toenmalige grootseminarie van de paters Carmelieten te Oss.

In 1923 volgde zijn benoeming tot professor in de geschiedenis van de wijsbegeerte aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen. Ondanks een zwakke gezondheid was hij op vele fronten van het geestelijk een maatschappelijke leven aktief. Zo deed hij o.a. zeer veel voor de bevordering van de Friese cultuur en voor de katholieke journalistiek en het onderwijs.

Toen in 1941de kranten verplicht werden advertenties van de N.S.B. op te nemen, schreef Titus Brandsma daar -in opdracht van aartsbisschop Mgr. dr. J. de Jong - een vlammend protest tegen.

Hij riep de kranten, die zich katholiek wilden blijven noemen op om de N.S.B. in hun krant te weigeren. Het directe gevolg was zijn arrestatie door de S.O. op 19 januari 1942 en gevangenzetting te Scheveningen.
Na enige overplaatsingen kwam hij uiteindelijk terecht in het concentratiekamp te Dachau waar een kamparts de door martelingen verzwakte pater op 26juli met een spuitje afmaakte. De geweldige indruk die Titus Brandsma als gelovige en als persoon naliet bij de mensen, culmineerde in een zaligverklaring in 1985. In Dokkum was Titus Brandsma vooral voor Bonifatius' nagedachtenis aktief. Nadat hij in 1924 had deelgenomen aan de eerste pelgrimage naar Dokkum van Friese priesters, hoorde hij tot de oprichters in 1925 van de Broederschap van de H.H. Bonifalius en Gezellen. Deze beijverde zich met succes voor de bevordering van de bedevaart en de totstandkoming van het Bonifalius-heiligdom. Bij dat alles speelde Titus Brandsma een belangrijke rol. Het was pater Titus die in 1936 contact opnam met kunstenaar Jacq. Maris om te komen tot het plaatsen van 14 kruisweg-staties in het processiepark; de laatste statie werd in 1949 geplaatst. Dit beeld, van Natasja Bennink, moet gezien worden als een eerbetoon aan de bemoeienis en het enthousiasme van Titus Brandsma met de Dokkumer bedevaarten en de bouw van deze kapel. Dit werk is weliswaar een beeld van Titus Brandsma, maar tegelijk een geestelijk portret van een mens die direct verwijst naar zijn God. De armen uitgestrekt om de medemens te helpen, de ogen als van een man van Smarten.

Op 15 mei 2022 is pater Titus Brandsma door Paus Franciscus heilig verklaard.

De gebeden behorende bij de kruiswegstaties van de hand van pater T. Brandsma O. Carm. zijn als boekje verkrijgbaar bij de infobalie.

Er is ook een audiotour die begint bij statie 1 en de QR code is the vinden bij de paal in de buurt van de ingang.

Overzicht

In 1934 begon men naar het ontwerp van architect M. W. Valk uit 's Hertogenbosch met de bouw van de kapel met rond 2.000 zitplaatsen. De eerste steen werd op Bonifatiusdag, 5 juni 1934 gelegd door mgr. Vaas, de deken van Leeuwarden. Reeds twee maanden later, op 6 augustus kon mgr. J. H. G. Jansen, aartsbisschop van Utrecht, de kapel inwijden en het altaar consacreren. Men betreedt de kapel door een driedelige, rondbogige toegangspoort. Zowel de muren van de poort als de wanden van de kapel zijn uitgevoerd in grote gele kloostermoppen.  Bakstenen in een formaat, waarmee in de middeleeuwen kerken en kloosters werden gebouwd. Deze stenen werden gebakken op de steenfabriek Schenkeschans bij Leeuwarden. Bij het ontwerp had de architect zich aan de Romaanse vormen gehouden. 
De bezoeker denkt dat hij een Romeins amfitheater betreedt. De zitplaatsen in het halfrond voor de pelgrims zijn zo gebouwd dat het priesterkoor met altaar dat zich in een ronde abscis bevindt, van alle kanten goed zichtbaar is.
Altaar en zitplaatsen zijn overkapt door een dak met zichtbare houtconstructie, terwijl het niet overdekte deel, de lichthof, de gelovigen tijdens de Eucharistieviering met de natuur verbonden houdt. Boven de zitplaatsen bevindt zich over de hele omtrek van de kapel een processiegang. Aan de wanden is een permanente expositie te zien met de geschiedenis van de H. Bonifatius. De tentoonstellingsborden worden onderbroken door kleine glas-in-lood ramen. 

Bouwkundig

De bedevaartskapel is een ontwerp van architekt H.W.Valk uit 
's-Hertogenbosch. Deze kapel werd opgetrokken in een steen van een geel bakkende klei en het formaat van een Friese kloostermop. De eerste steen werd gelegd door mgr. Vaas, deken van Leeuwarden, op Bonifatiusdag, 5 juni 1934, terwijl twee maanden later, op 6 augustus, mgr. Jansen van het bisdom Utrecht de kapel reeds kon inwijden. Het gebouw draagt een neo-romaans karakter. Pater Titus Brandsma, groot stimulator van bedevaarten naar Dokkum, was enthousiast over het ontwerp van Valk en hij schreef op 1 nov. 1936: "Hier is iets origineels ontworpen, eenvoudig en toch waardig, landelijk en toch een monument, een tent en niettemin een kerk, een plaats ter viering van de Heilige Geheimen in de openlucht en toch van alle kanten beschut, een ideale oplossing". Architect Valk heeft veel gebouwd, groter en kostbaarder bouwwerken dan de bedevaartskapel van Dokkum, maar Dokkum is één van de werken, die men moet kennen om hem te kunnen waarderen." In de kapel hangt een permanente panelen-expositie over het leven en werken van Bonifatius, de totstandkoming van de kapel en de betrokkenheid van pater Titus Brandsma O. carm. daarbij.

Interieur Stilte kapel

In de zuidelijke hoek van de Bonifatiuskapel en aan de rechterkant van de processiegang bevindt zich nog de Pelgrimskapel. In de wand achter het altaar van die kapel zijn drie kleine brandgeschilderde ramen te zien, in 1965 vervaardigd door Broeder Aquino van Dijk uit Wolvega.Ze stellen symbolisch voor: Page met hond (symbool van trouw en waakzaamheid), Vrouw met wereldbol en vlam (symbool van geloof) en Monnik met kap (de H. Bonifatius, trekkend door het Friese land om het geloof te verkondigen). Er zijn tevens een aantal herinneringen aan de Heilige Titus Brandsma O.Carm, van wie al eerder sprake was, te zien.

Sta eens even stil bij wat u hier ziet....

In het fraaie park rondom de kapel staan 14 kruiswegstaties van de beeldend kunstenaar Jacq. Maris uit Malden opgesteld. Deze staties, in terracotta uitgevoerd, zijn opgenomen in kleine kapelachtige bouwsels, opgetrokken uit kloostermoppen afkomstig van de vele reeds lang afgebroken kloosters in de omgeving. Bijzondere aandacht vragen we voor de 12e statie, waarin een gedenkplaat voor professor Dr. Titus Brandsma is opgenomen. Op de plaat staat de strofe van een vers dat hij schreef tijdens zijn gevangenschap in Scheveningen in de Tweede Wereldoorlog.